De Oostenrijks-Hongaarse Jood Siegmund Salzmann (Pest 1869-Zürich 1945) was een veelzijdig journalist, schrijver van korte verhalen, romans, toneelstukken, operettelibretto’s en reisverhalen. Hij was recensent, vertaler en sloot zich in Wenen aan bij de groep Jung Wien, werd bevriend met schrijvers als Arthur Schnitzler, Hugo von Hoffmannsthal en Karl Kraus. ‘Hij schrok nergens voor terug,’ schrijft Doron Rabinovici. ‘Hij had geen moment rust. Hij kon het zich niet veroorloven stil te staan. Vanaf het begin werd hij beschouwd als een buitenstaander, een uitgestotene, een buitenlander, iemand uit een lagere sociale klasse. Zoals velen van zijn joodse lotgenoten zocht hij zijn heil in een liberaal en modern beroep. Hier lagen kansen ongeacht de afstamming.’ In het artikel ‘Bambi, manifeste politique’ beschrijft Macha Séry uitvoerig hoezeer Salten verbonden was met de Joodse literaire en artistieke kringen in Wenen. Hij was ook een bewonderaar van Theodor Herzl, schrijver, journalist en vader van het zionisme. Paul Reiter gaat nog verder in zijn artikel ‘Bambi’s Jewish roots’: Bambi heeft als thema’s o.a. onzekerheid, kritiek op assimilatie en het zoeken naar het beloofde land. Veel passages kunnen worden gelezen tegen de achtergrond van de pogroms onder de Joden.
In 1935 werden Saltens boeken in Duitsland verboden. Via zijn dochter Anna Rehmann kregen hij en zijn vrouw een Zwitserse verblijfsvergunning onder voorwaarde dat Salten zou afzien van zijn journalistieke activiteiten. Zijn laatste levensjaren stonden in het teken van financiële problemen, Salten was down en had heimwee naar vroeger.
Felix Salten stierf net na de oorlog, op 8 oktober 1945 in Zürich en is daar op de Joodse begraafplaats begraven.